Om aan de ambitie om meer duurzame energie op te wekken te voldoen, bouwt Eneco in opdracht van Rijkswaterstaat Windpark Maasvlakte 2 met in totaal 22 windturbines. Hiervan komen 12 turbines op het strand te staan, met een monopile als fundering.
Voor het plaatsen van de monopiles en vervolgens de turbines zelf wordt een van de grootste mobiele kranen gebruikt. Om te voorkomen dat de kraan wegzakt in het zand is op iedere locatie een kraanopstelplaats nodig die de druk van de kraan en de onderdelen kan weerstaan.
Na de kranen die de monopiles plaatsten zijn nu de kranen voor het plaatsen van de turbines aan zet. Dit zorgt voor een andere belasting van de kraanopstelplaatsen, veel dynamischer. In deze fase van de bouw zijn er meer kraanbewegingen. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het gewicht van de verschillende onderdelen en de specifieke manier waarop deze gehesen moeten worden.
Dynamisch strandniveau
Een grote uitdaging in de ontwerpfase van de kraanopstelplaatsen was het dynamische karakter van het strandniveau. Door de invloed van stormen Dudley, Eunice en Franklin veranderde de hoogte van het strand continu, terwijl de hoogte van de kraanopstelplaatsen wel een vast gegeven was. Daarnaast moesten ze ook na de aanleg bestand zijn tegen onvoorspelbare weersomstandigheden en het zeewater dat tijdens vloed het strand bereikt.
TenCate Geotubes
Na bestudering van verschillende opties koos aannemer Ballast Nedam voor een constructie met door Joosten Kunststoffen geleverde TenCate Geotubes van TenCate Geosynthetics, die per locatie op maat (lengte en diameter) geleverd worden. Netics is, in samenwerking met Crux, verantwoordelijk voor de stabiliteitsberekeningen van de constructie. Joosten Concepts partner Geologics leverde input met betrekking tot de belasting van de kraan op de opstelplaatsen.
In de praktijk
Vullen Geotubes
De TenCate Geotubes worden volgens meegeleverd legplan uitgelegd op het strand. Via de inlaat wordt uit de zee opgezogen zand, vermengd met zeewater in de Geotubes gepompt. Het schone water loopt door het waterdoorlatende geweven geotextiel weg, terwijl het zand achterblijft en de Geotubes vult tot ontwerphoogte. Op een aantal plaatsen is een tweede laag Geotubes toegepast om de juiste hoogte te bereiken.
Erosie voorkomen
Om de kraanopstelplaats op hoogte te brengen wordt achter de Geotubes strandzand aangebracht. Om erosie door zeewater te voorkomen wordt eerst een anti-erosievlies achter de Geotubes geplaatst. Met de plaatsing van Scour Aprons (geotextiel met een klein formaat geocontainer aan uiteinde) wordt voorkomen dat zand voor en onder de Geotubes wegspoelt, met kans op verzakking als gevolg.
Drukverdeling
Om de druk over de kraanopstelplaats te verdelen ligt op het uitgevlakte zand een laag balken voor de hijskraan en betonplaten om de onderdelen op te plaatsen.
Na voltooiing van de turbines worden alle kraanopstelplaatsen ontmanteld en blijft alleen het gebiedseigen zand uit de Geotubes achter op het strand.